De pedagogen van Kleinlab

Bij Kleinlab werken we vanuit een sterke pedagogische visie, die gebaseerd is op de ideeën van verschillende pedagogen. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste pedagogen die de visie van Kleinlab gevormd en beïnvloed hebben.

Loris Malaguzzi | Reggio Emilia

Regio Emilia is geen methode maar een manier van leven. Binnen deze benadering wordt uitgegaan van het complete en competente kind. Er wordt gekeken naar wat het kind al wél kan. De kerngedachte achter deze pedagogische stroming is dat elk kind vanaf de geboorte eigen persoonlijke talenten en interesses heeft, en dat die gestimuleerd moeten worden. Elk kind is uit zichzelf nieuwsgierig en creatief, dit hoeft slechts gevoed en gestimuleerd te worden. Bij de Reggio Emilia-benadering draait het om luisteren in plaats van vertellen. Je bestudeert het kind (luistert) en past je programma aan zijn vraag en interesses aan.

Creatieve activiteiten nemen een belangrijke plaats in de Reggio Emilia-pedagogiek in. Zo is er op een Reggio kindercentrum altijd een atelier aanwezig voor verschillende creatieve activiteiten toneel, dans en schilderen. De kinderen worden tijdens deze activiteiten geheel vrij gelaten in de uitvoering. De rol van de volwassenen is het begeleiden van de kinderen in hun groei en het zorgen voor de meest gunstige condities om dat mogelijk te maken.

Het werken met thema’s, kleurplaten en voorbeelden past niet binnen deze pedagogiek. Het kind is namelijk altijd zelf de baas over de inhoudt van zijn werk. De nadruk ligt op het proces en niet op het resultaat.

In de Reggio Emilia pedagogiek (in Nederland ook wel bekend als ‘Sporen’) erkent men drie pedagogische invloeden:

  • Het kind zelf en de groep kinderen.
  • De volwassenen (om het kind te begeleiden).
  • De ruimte (die moet zo aantrekkelijk mogelijk zijn).

Aletha Solter | Aware parenting

Aletha Solter (geboren in 1945) is een Amerikaanse ontwikkelingspsychologe. Ze richtte het Aware Parenting Institute (Instituut voor bewust opvoeden) op en is een internationale autoriteit op het gebied van binding, trauma’s en disciplineren zonder straffen en belonen. In haar boeken besteedt ze veel aandacht aan de gevoelswereld van jonge kinderen en de manier waarop je hier als volwassene mee om kunt gaan. Ze heeft veel bekendheid gekregen met haar onderzoek naar huilen als manier om spanning te ontladen. Het is belangrijk dat jonge kinderen de gelegenheid krijgen hun emoties, zoals boosheid en verdriet, te doorvoelen en te uiten. Het erkennen van deze emoties staat centraal in de werkwijze van Aletha Solter.

Aspecten van de Aware Parenting zijn onder meer:

  • Veel fysiek contact.
  • Direct reageren op huilen.
  • Sensitive attunement, ofwel gevoelige afstemming.
  • Geen enkele straf toepassen (ook geen time-out, of het onthouden van beloning).
  • Geen beloning of omkoping.
  • Zoeken naar onderliggende behoeftes en gevoelens.
  • Geweldloze/democratische conflictoplossing (familiebijeenkomst, mediation et cetera)
  • Herkennen van stress en onvervulde behoeftes als primaire oorzaak van gedrags- en emotionele problemen.
  • Voorkomen van stress en trauma´s.
  • Herkennen van de helende effecten van spel, lachen en huilen binnen een liefhebbende pedagoog-kind-relatie.
  • Respectvol, empathisch luisteren en accepteren van de emoties van het kind.

Emmi Pikler | Pikler-methode

Emmi Pikler (1902 – 1984) is de grondlegster van de Pikler-methode voor babygroepen. Emmi Pikler vertrouwde volledig op haar kindbeeld van het competente kind; de nieuwsgierige baby die wil leren en ontwikkelen.

Het beeld wat je van een baby hebt, bepaalt je pedagogisch handelen. Voor veel volwassenen is het lastig om het kind zijn eigen zelfstandige leerproces te gunnen, omdat ze een beeld hebben van een afhankelijke baby die ze alles moeten leren. Beschouw de baby daarom vanaf het eerste moment als een actieve partner. Deze kan al heel jong veel meer begrijpen dan de volwassene zou verwachten!

Als de volwassene op de signalen van de baby let, zoals mimiek, bewegingen en geluiden, leert hij diens behoeften en ‘taal’ kennen en kan er gepast op reageren. Hierdoor voelt de baby zich gezien en begrepen. Hij ervaart dat hij invloed kan hebben op de manier waarop de volwassene hem verzorgt, invloed op zijn leven. Dit stimuleert zijn gevoel van eigenwaarde en autonomie. ​

Door rekening te houden met het tempo en de beweeglijkheid van de baby en te vertellen wat er met hem gaat gebeuren, kan hij zich mentaal en fysiek op alle handelingen voorbereiden (anticiperen). Later zal hij meedoen (participeren), en vervolgens is er werkelijk sprake van samenwerking tussen de volwassene en de baby (coöpereren). Dit zijn de ingrediënten voor een echte dialoog en een plezierig samenzijn.​

De nadruk ligt op het belang van vrije beweging en spel, en op respectvol omgaan met het kind.

In kinderdagverblijven waarin op de babygroep volgens deze methode wordt gewerkt (zoals bij Kleinlab) valt een aantal zaken op:

  • De ruimte is verdeeld in drie zones (een liggedeelte, een kruip- en loopruimte en een ruimte waar de baby’s verzorgd kunnen worden).
  • De dagelijkse verzorging (eten, wassen, verschonen en dergelijke) zijn belangrijk. Het is het moment om individuele aandacht aan het kind te geven, een moment om samen te zijn en elkaar te leren kennen.
  • Tijdens het vrije spel hebben de kinderen de mogelijkheid om zelfstandig te bewegen/spelen.

Janusz Korczak

Janusz Korczak (1878-1942) heeft zich altijd ingeleefd in de belevingswereld van het kind, maar tegelijkertijd ook altijd erkend dat ditzelfde kind een groot mysterie blijft. Regels zijn er om de rechten van het kind veilig te stellen en grenzen af te bakenen. Als kinderen oud genoeg zijn kunnen ze meedenken en meebeslissen (kinderparticipatie) over regels. Pedagogisch handelen geïnspireerd door het werk van Korczak bestaat uit zes kernbegrippen:

  • Dialoog met in plaats van over het kind spreken.
  • Observatie: goed kijken en luisteren en dit schriftelijk bijhouden.
  • Respect: iedereen heeft het recht er te zijn en te zijn zoals hij is en wie hij is.
  • Ruimte: kinderen hebben letterlijk en figuurlijk ruimte nodig.
  • Participatie: binnen een afgesproken kader hebben kinderen de mogelijkheid om mee te doen.
  • Zelfreflectie: waarom handel je zoals je doet, kan dit ook anders, wat zou (nog) beter kunnen?

Célestin Freinet

Célestin Freinet (1896-1966) vond het belangrijk om te werken vanuit de belevings- en ervaringswereld van kinderen. Het is de taak van de pedagogisch medewerker om het kind te begeleiden bij zijn onderzoeksdrang en experimenten. Een Freinet-kinderdagverblijf heeft de volgende kenmerken:

  • Een kind kan zelf kiezen waarmee hij wil spelen.
  • Spelen is werken (alles wat een kind doet draagt bij aan zijn ontwikkeling).
  • Leren van elkaar (geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor ouders en pedagogisch medewerkers).
  • Verschillende speel- en werkhoeken.
  • Aanmoedigen van eigen initiatief.
  • Meehelpen met huishoudelijke klusjes.
  • Praktisch oefenen in de buitenwereld (wandeling door de buurt, boodschappen doen et cetera).
  • Spelen met levensechte dingen (een echte kassa).
  • Herinneringsboekjes (van uitstapjes, kerst et cetera).
  • Veel aandacht voor de interactie tussen de kinderen.

Thomas Gordon | Luisteren naar kinderen

De Gordon-methode is van oorsprong een oudertraining, ontwikkeld door dr. Thomas Gordon (1918-2002). Hij legde zich toe op het verbeteren van de communicatie tussen ouders en kinderen. Belangrijk bij de Gordon-methode is:

  • Contact maken (zowel non-verbaal als verbaal). Exclusieve aandacht zorgt ervoor dat kinderen op de groep rustiger zijn en langere tijd alleen kunnen spelen.
  • Praten in de ik-taal (zonder oordelen).
  • Actief luisteren (de achterliggende emotie van het kind wordt benoemd).
  • Het kind wordt geholpen zelf zijn probleem op te lossen.
  • De vaardigheden van deze methoden bevorderen het democratisch burgerschap.

Jesper Juul

Jesper Juul (1948 – 2019) was gezinstherapeut, vader en opa. Hij was de auteur van talloze boeken, een gerenommeerd internationaal spreker in het openbaar en oprichter van Familylab – een organisatie die zich inzet om ouders te inspireren nieuwe en gezondere manieren te vinden om een succesvol gezin te worden, en professionals om diepgaandere relaties aan te gaan met kinderen en jongeren die onder hun hoede zijn.

Jesper Juul werkte veel met kinderen en jongeren met gedragsproblemen, pedagogische ontwikkeling op scholen en kleuterscholen en ook met groepen alleenstaande moeders en oudergroepen. Hij was van 1979 tot 2004 directeur van het Kempler Institute of Scandinavia, Centre for family and post graduate education. Daarnaast hield Juul zich op vrijwillige basis bezig met het werk met kinderen, jongeren en gezinnen in vluchtelingenkampen, waar hij ook counseling en postdoctoraal onderwijs gaf aan lokale professionals.

De boodschap van Jesper Juul is eenvoudig, duidelijk en wellicht controversieel: we moeten ophouden met opvoeden, en kinderen met hetzelfde respect en dezelfde tact behandelen als volwassenen.

@